Biografie - Leven en werk
Pierre Bruyninckx werd in 1946 geboren te Tienen onder het teken van de waterman. Hij volgde na het lager onderwijs een wetenschappelijk-wiskundige opleiding aan het Koninklijk Atheneum te Tienen waar hij al op jeugdige leeftijd in aanraking kwam met de kunst door leraars als Theo Humblet, Willy Lecompte en Frans Vandevelde. Na de humaniora studeerde hij plastische kunsten aan de Provinciale Normaalschool Tienen en behaalde in 1967 het diploma van leraar plastische opvoeding. Hierna volgde hij nog lessen grafische vormgeving te Leuven en Parijs. Na enkele jaren zwerven over verschillende diensten van een paar ministeries te Brussel kwam hij uiteindelijk in het onderwijs terecht. Na een vruchtbare carrière als leraar plastische opvoeding en wetenschappelijk tekenen te Tienen en leraar publiciteit- en computergrafiek, etaleren, kleurenleer en toegepaste esthetica te Diest stopte hij in 2002 met actieve dienst in het gemeenschapsonderwijs.
De eerste jaren van zijn artistieke loopbaan waren een zoeken naar een passende techniek die goed overeenkwam met zijn persoonlijke ideeën over leven en kunst. Hij maakte werken die erg sociaal geladen waren in een grauwe en grijze uitvoering met hier en daar toch een vleugje kleur. « Kunst voor iedereen » was zijn leuze en hij zette zich ook daadwerkelijk af tegen de gangbare trend om kunst duur te maken en te reserveren voor een beperkt publiek.
Dit zoeken resulteerde in een eerste groepstentoonstelling in 1969 te Mechelen onder de bescherming van het Ministerie van Landsverdediging. Later volgde nog een groepstentoonstelling met vrienden te Parijs en een eerste individuele tentoonstelling in de galerij « De Zolder» te Willebroek in 1973.
Het hoofdthema, van de voornamelijk wit-zwart tekeningen die te Willebroek werden tentoongesteld, is enerzijds de mens in zijn doening van elke dag en anderzijds dezelfde mens die zich op zijn manier vermaakt en de werkwereld tracht te vergeten tijdens een avondje-uit. Duidelijk vinden we zijn sociale geëngageerdheid ten opzichte van de arbeiders, de volksvrouwen, de bedelaars, de straatmuzikanten en de prostituees in de harde trek van zijn tekeningen. De strenge wit-zwart contrasten beklemtonen zijn gerijpte emoties die een enkele maal gemilderd worden door een sobere eentonige kleuring.
Na een tweede groepstentoonstelling te Parijs. waar vooral tekeningen en aquarellen met als inspiratiebron het Parijse leven werden getoond, verdween Pierre Bruyninckx van het toneel. Het had er alle schijn van dat hij zou onderduiken in de naamloze massa jongeren die de kunst als jeugdzonde bedreven.
Zes jaar later werd deze gedachte volledig ontmanteld, Tijdens de voorbije jaren was er in stilte hard gewerkt aan een totaal veranderd oeuvre. Het meer symbolisch en sociaal geëngageerd werk was vervangen door een realistisch tekenen met oog en zorg voor detail. Samen met een reeks schilderijen van clowns, balletdanseressen, clochards en vage landschappen leverden de pentekeningen van Groot-Tienen en omstreken voldoende materiaal om tussen 1980 en 1983 een vijftal tentoonstellingen te houden in Hoegaarden, Halle-Booienhoven en Tienen.
Hoogtepunten waren de uitgebreide tentoonstellingen in de gebouwen van de toenmalige Bank Brussel Lambert en in de feestzaal van het Koninklijk Atheneum, alsook het uitgeven van een prentenboek met verzamelde werken over Groot-Tienen. Het verzamelboek, uitgegeven onder de naam « Platenboek Groot Tienen » bevatte 50 nieuwe tekeningen van zowat alle kenmerkende hoekjes van de stad en de hierbij horende historische informatie.
Het is ook rond deze periode dat verschillende tekeningen verschenen onder de vorm van prentkaarten uitgegeven door allerlei verenigingen en toeristische diensten. Zo verschenen ook enkele getekende reeksen kaarten over Tienen, Hoegaarden, Zichem-Scherpenheuvel en Waanrode. Voor kunstgalerijen te Tienen, Antwerpen, Boom, St. Niklaas en Bokrijk werden pentekeningen met afbeeldingen uit hun regio afgeleverd. Voor Numismatica Tienen maakte hij verschillende ontwerpen voor penningen en voor de Belgische Posterijen werden ontwerpen gemaakt voor eerste-dag-stempelingen.
Maar onder invloed van zijn verschillende reizen naar Bretagne en het contact met de Bretoense kunst en cultuur kwam er een tweede revolutie in het werk van Pierre Bruyninckx. Het was ook een drastische wijziging want niet alleen de stijl maar ook de onderwerpen veranderden aanzienlijk. De gewone pentekeningen en schilderijen werden vervangen door een soort pointillisme. Zoals de Franse kunstschilder Seurat een impressionistisch beeld verkreeg door het naast elkaar plaatsen van toetsen kleur met olieverf verkrijgt Pierre Bruyninckx een erg realistische en nauwkeurige benadering van zijn onderwerpen door het gebruik van al dan niet gekleurde puntjes met een tekenpen.
Bretagne, het land waar fictie en werkelijkheid zodanig met elkaar verbonden zijn dat om elke hoek van dit mooie landschap mythologie en realiteit elkaar symbolisch de hand drukken, heeft op hem zo een stuwende indruk gemaakt dat de meeste van zijn werken geïnspireerd zijn door « Armor » en « Argoat », door de zee en het land. Twee elementen die het leven van de Bretoen nooit gemakkelijk gemaakt hebben. In het verleden, maar ook nu nog zijn de wreedheid van de zee en de weerbarstigheid van het land in Bretagne zo ingrijpend dat het niet verwonderlijk is dat wat het leven beheerst, zijn weerspiegeling vindt in legenden, mythen en kunst. In Bretagne is de grote tovenaar Merlijn nooit veraf. In de werken van Bruyninckx vinden we hem dan ook dikwijls terug, soms samen met zijn geliefde Viviane en al de andere bosnimfen, trollen, heksen, draken, duivels en goden van de zee en de aarde.
Een eerste maal konden we, op beperkte wijze weliswaar, kennis maken met dit nieuwe werk tijdens een groepstentoonstelling in 1985 van oud-leerlingen, oud-leraars en leraars in het Koninklijk Atheneum te Tienen. In Bretagne wachtte men op zijn tentoonstellingen, vooral omdat niet alleen zijn nieuwe grafische stijl in de smaak van de Bretoense kunstliefhebber valt, maar ook omdat deze symbolische benadering van hun rijk verleden, elk rechtgeaarde Bretoen in het hart treft. Dat de inwoners van deze Franse regio van hun land en van hun legenden houden weet iedereen. Het is dan natuurlijk ook duidelijk dat het voor een vreemde, niet-Bretoen, heel moeilijk is om in deze wereld door te dringen. Deze kunstgreep heeft Bruyninckx nochtans volbracht.
Een reeks tentoonstellingen, zowel in binnen- als in buitenland, waren het gevolg van deze veranderingen. In Bretagne volgde de ene tentoonstelling na de andere en in eigen land kwam het orgelpunt weer in de feestzaal van het Koninklijk Atheneum te Tienen.
In 1991 werd de tentoonstelling « Bretagne» gehouden. In 40 grafische werken, sommige in kleur, andere in wit-zwart, werd een beeld van Bretagne en de Bretoense cultuur opgehangen. Elk werk heeft als grondslag een Bretoense inspiratie. Zelfs, wanneer sommige werken een louter illustratieve indruk wekken, dan nog maakt hij gebruik van typische Bretoense elementen zoals de hortensia, de kamperfoelie, de eksters, de meeuwen, de zee.
De uitbeelding van legenden en mythen doorheen reële panorama’s en historische sites zijn hoofdzaak geworden. De obsessie van het verleden en zijn verlangen om de Keltische mythen te doorbreken vinden we eveneens terug in zijn al even grote obsessie om het detail zo realistisch mogelijk weer te geven. Hij stelt vast dat zeker niet alleen het water en de aarde de Bretoense « waarheid » kneden, maar dat leven en dood evenzoveel hoop geven als de soberheid en leegte wanneer de dood het vitale komt wegrukken. Zijn verering voor het leven wordt gesuggereerd door zijn uiterst sublieme benadering van de jonge Bretoense vrouwen, die op hun beurt dikwijls de hoofdfiguren zijn in talloze legenden. De dood, de aftakeling is nochtans nooit veraf en de oude, door de natuur gerimpelde vrouw is even dikwijls terug te vinden als de bosnimf, de zeemeermin en de frisse boerenmeid.
Het is alsof de kunstenaar zichzelf er telkens weer aan herinnert dat een eenvoudig mensenleven veel te kort is om eeuwen geschiedenis te doorgronden, om zoveel mythische geheimen te ontsluieren. Dode bomen, ruïnes, verzonken steden, desolate landschappen, geraamtes en doodskoppen zijn zoveel merkpunten in het oeuvre van Pierre Bruyninckx. Die tweestrijd tussen leven en dood, tussen geheim en het aanschouwen van het licht, wordt in het voordeel van het positieve gekeerd, naarmate de kunstenaar ouder en in zijn geval ook rijper wordt. Hij brengt veel meer kleur in zijn grafisch werk dan vroeger. En de kleuren zelf, roze en blauwe tinten, pastelkleuren in elk geval, bewijzen dat de periode van het grijze, het donkerrode en de bruine tinten, kortom van het sobere, bijna voorbij zijn.
Pierre Bruyninckx zorgde ook voor een vertaling van een reeks legenden en verhalen uit het Bretoens. Bij elke vertaling hoort uiteraard een grafisch werk, geladen met symbolen, maar ook met mysteries. Ieder werk heeft in zich een boodschap van vrees, van verwerping en van hoop. Deze groep werken vormt samen de reeks « Legenden van de zee » en verschijnen vanaf oktober 2001 in het tweemaandelijks tijdschrift « Triskel », een uitgave van Studio Triskel, gewijd aan onze Keltische voorgeschiedenis, met hun druïden, met hun heksen, met hun kunst. De uitgave, de redactie en natuurlijk ook de illustraties worden door hem verzorgd.
Pierre Bruyninckx werkt eveneens aan een reeks Keltisch geïnspireerde tekeningen, uitgegeven in de vorm van posters. Onderwerpen als Merlijn, Koning Arthur, Morgane en de Keltische krijger worden gebracht in een frame van Keltisch geïnspireerde motieven.
Hedendaags is de Keltische kunst in aanzien gegroeid, zeker door de toenemende kennis en belangstelling voor het onderwerp. Maar ook, zoals duidelijk in onze streken, door de bewustwording van de belangrijkheid, zeker voor onze cultuur, van de geschiedenis van onze eigen roots: de Kelten. Het lijkt zeker dat ook de hedendaagse en toekomstige generaties er zich zullen aan verlustigen en zullen experimenteren met de fijne en hoogstaande kneepjes van de Keltische kunst. Pierre Bruyninckx wil hierbij zijn steentje bijdragen.
Tevens is hij de grondlegger en stuwende kracht achter de Halloween-feesten in Tienen. Dit komt voort uit zijn niet aflatende belangstelling voor onze Keltische geschiedenis. Hiervoor en natuurlijk in de eerste plaats voor zijn hele artistieke loopbaan, die een uitstraling is voor het imago van de stad, kreeg hij eind 2002 uit handen van burgemeester Eddy Poffé een « Tiense Kweiker », een onderscheiding voor een verdienstelijke Tienenaar.
In juni 2003 werd de wereld van Pierre Bruyninckx en zijn familie dramatisch aangetast door het plotse overlijden van hun dochter Rebecca. Alles werd zwart en zijn blad bleef wit. Alle zin en vreugde in het tekenen waren verdwenen. Maar toen hij later merkte welke voorbereidingen zijn dochter al genomen had voor latere tentoonstellingen kon hij niet anders dan haar dromen toch nog waar te maken. Langzaam neemt hij de draad weer op en zet zich af en toe toch weer achter zijn tekentafel.
Begin 2004 werd deze werkhervatting nog gestimuleerd door de vraag van de Tiense burgemeester om een groot werk te tekenen dat in februari overhandigd werd aan Koning Albert II, tijdens diens bezoek aan de stad Tienen. Met wisselende werklust werkt hij verder aan zijn reeks Keltische prenten. Misschien zal de vlam ooit nog wel eens oplaaien.
In 2006 wordt een nieuwe uitdaging aangenomen. In opdracht van Hero, een jacht- en vliegviszaak te Tienen, werd gewerkt aan een reeks originele tekeningen en een reeks handgekleurde kunstdrukken in verband met jacht en natuur. Deze werden vervolgens tentoongesteld in "l’ Abbaye de la Paix Dieu" te Amay en later te Tienen. Tegelijkertijd werd gewerkt aan een andere opdracht voor Champagne Gérin & zoon met verwijzing naar druiven en champagne. Hierdoor volgde nog een tentoonstelling later op het jaar in Brouillet (Departement Marne).
2007 was het jaar van de doorbraak in de Champagnestreek. Verschillende opdrachten voor particulieren en champagnehuizen werden uitgevoerd. In oktober werd er weer tentoongesteld tijdens de opendeur dagen bij Champagne Gérin. Hier pakte hij, met succes, uit met een reeks tekeningen over Brouillet. Dit resulteerde in afspraken voor een grote tentoonstelling gewijd aan de ruime regio van de Ardre-vallei in het departement Marne in oktober 2008. In 2009 gaat hij eindelijk terugkeren naar Bretagne en heeft reeds drie weken uitgetrokken om de contacten te herstellen en om afspraken te maken voor de toekomst.
Dat 2009 een druk jaar zou worden wisten we al een tijdje, maar dat een hoogtepunt zo vroeg op het jaar al zou vallen wist niemand. Op zaterdag 9 mei vierde Tienen de twintigste verjaardag van het peterschap van de stad over de Duikers-Ontmijners van het Belgische leger. Prins Laurent, die een opleiding als duiker bij de marine volgde, kwam zijn vrienden opzoeken op het stadhuis. Als herinnering aan de peterstad kreeg de Prins van de stad Tienen een tekening-aquarel van Pierre Bruyninckx. Nadien werd er met de Prins nog gezellig nagepraat.
Vanaf 2011 komt niet alleen de grote terugkeer naar Bretagne maar ook naar Bourgogne, Charente-Maritime en natuurlijk Champagne. In 2017 zal ook de Vendée volgen.
De volgende jaren werkt hij verder aan zijn verzameling Keltische tekeningen en prenten voor verschillende toeristische diensten overal in Frankrijk. Deze worden, door de Corona-beperkingen, samen gebracht in een reeks genaamd “Mon Tour de France”. Deze reeks wordt nog steeds verder uitgebreid.
Christine Cox